Polestar werd in 2017 opgericht als volledig elektrisch zustermerk van Volvo. Het eerste model, de Polestar 1, werd zeer positief onthaald als luxe GT met hybride-aandrijving. In 2019 volgt de Polestar 2, de eerste volledig elektrische wagen van het nieuwe merk. Ondertussen kreeg deze EV al een facelift en meerdere configuratie mogelijkheden. Lees hier ons verslag van de krachtigste variant, de Polestar 2 Long Range (2022-2023).
Ons testmodel was uitgerust met een Performance Pack, een optie van € 6.000. Dit houdt onder andere in: een vermogensupgrade naar 476 PK, grote Brembo remmen en instelbare dempers van Öhlins. De gasrespons van de Polestar met Performance Pack is hierdoor ongekend. Nog nooit reden we met een EV die zo direct en bruut op het gas hing. Sportief rijden is hier dan ook het sleutelwoord. Onder andere door de zeer responsieve en directe ophanging voel je niet dat je bijna 2200 kg de bocht instuurt. De Öhlins ophanging instellen gaat wel niet zonder slag of stoot. Dit moet fysiek worden aangepast aan de dempers zelf, wat inhoudt dat je onder de auto mag gaan liggen. Vooraan kan je aan de knop van de demper door het wiel volledig af te draaien, maar achteraan moet je de modderkuip losmaken. Polestar biedt dan ook eenmalig een gratis wijziging van de setup in de garage aan. De demping is hard, maar niet stoterig of oncomfortabel. De twee motoren op de voor- en achteras leveren 350 kW en 680 Nm aan koppel.
Goedkoop ogend interieur
De comfortabele zetels maken de wagen geschikt voor dagelijks verkeer, althans in kouder weer. Tijdens de warme zomerdagen krijg je problemen met de als plastic aanvoelende, niet ademende WaveTech-bekleding waardoor je je al snel vies voelt. Bij de samenstelling kies je dus beter voor textiel of ventilerend Nappaleder als je niet uit je stoel wil glijden door het zweet. De achterbank is dan weer ideaal voor je kroost, maar neem je volwassenen mee, dan kan het al eens gebeuren dat ze klagen over de wat beperkte hoofd- en beenruimte. De vulling van de armsteun in de deur en in de middenconsole is pover tot onbestaande. Na lange ritten zal je elleboog dan ook gaan protesteren. En dan is er nog die goedkope zeer buigzame dunne plastic overal in het interieur. Onaanvaardbaar in deze prijsklasse.
De bekerhouders zijn bizar achtereen geplaatst in de middenconsole. Geen probleem voor als je alleen rijdt, maar onhandig met twee, gezien je de armsteun moet openhouden om de bekerhouder te gebruiken. Opbergruimte in het algemeen is een probleem in de Polestar. In de deur past bijvoorbeeld geen drinkbus of waterfles van meer dan 0,5 l. Ook je smartphone of zonnebril wegleggen is zoeken.
In de software is duidelijk dat Polestar een zusterbedrijf is van Volvo onder Geely. Zelfs de veiligheidssystemen, waar Volvo graag mee uitpakt, staan niet op punt. Tijdens onze testweek kregen we opnieuw te maken met een niet reagerende GPS (Google Maps) en een adaptieve snelheidsregeling die aan fantoomremmen deed op een lege autostrade. Voor dat fantoomremmen moest Tesla zich in het verleden verantwoorden voor de rechtbank. De trage en verouderde touch-screen-interface blijft ook voor een minder fijne ervaring zorgen. Al is de toevoeging van de klimaatcontrole onderaan het infotainmentsysteem al een grote verbetering.
On-efficiënt laden
Het maximaal laadvermogen van de 78 kWh, (75 kWh bruikbaar) accu ligt op 150 kW, maar dan enkel van 10 tot 20%. Daarna begint het vermogen snel te dalen, te snel naar onze zin. Vanaf 50% is laden aan 100 kW al niet meer haalbaar. De laadcurves die we terugvinden bij verschillende aanbieders van snelladers bevestigen onze bevindingen. Hetzelfde stramien zagen we terug bij onze eerder geteste Volvo XC40 en C40 Recharge, hetzij in een minder extreme vorm. Bij het 2023 model werd een batterij van 82 kWh (79 kWh bruikbaar) voorzien. Deze zou theoretisch een laadvermogen van 205 kW moeten halen. Thuis laden doe je aan maximaal 11 kW. De Polestar 2 Long Range Performance heeft een beoogd bereik van 468 km (WLTP) al lijkt dit in de praktijk, met een getest gemiddelde van 23 kWh/u, net onder de 400 km te liggen.
Conclusie, voor een wagen van € 77.000 kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de afwerking en comfort beter kan. Hopelijk pakt Polestar in hun nieuwe Polestar 3 en 4 deze kwaliteitsproblemen grondig aan.
|
|