Mercedes trekt de stekker uit de ontwikkeling van zijn eigen toekomstige MB.EA-platform. Dat platform zou onder andere gebruikt worden voor de Mercedes EQE- en EQS-modellen. Maar door de tegenvallende vraag komt er nu dus een einde aan die eigen ontwikkeling.
Als een van de eerste Europese merkten ontwikkelde Mercedes in geen tijd een compleet elektrisch gamma. Na de allereerste EQC ging het snel voor de Duitse constructeur. De EQC werd vorig jaar echter al afgevoerd na amper 4 jaar in de configurator. Desondanks heeft het merk met de EQA, EQB, EQE, EQE SUV, EQS, EQS SUV, EQT en de EQV een indrukwekkende elektrische line-up. Voor de bouw van zijn elektrische wagens maakt Mercedes gebruik van twee verschillende strategieën. Zo staan de kleinere wagens op hetzelfde model als hun tegenhanger met een verbrandingsmotor. Voor de grotere modellen als de EQE en de EQS ontwikkelde Mercedes dan weer een uniek EVA2-platform.
Vanaf 2028 was het dan de bedoeling dat deze grote EV’s op het nieuwe MB.EA Large-platform zouden staan. Daar komt Mercedes nu op terug. De ontwikkeling van dit nieuwe platform gaat gepaard met een investering van 4 tot 6 miljard euro. Volgens de Duitse constructeur staat niet dit evenredig met de tegenvallende verkoop van hun EV’s. Wel gaat het merk door met de ontwikkeling van een kleiner MB.EA-platform, het platform waarop de elektrische C-klasse en nieuwe GLC gebouwd gaan worden.
Dat Mercedes nu stopt met dit platform, betekent niet dat de EQE en EQS afgeschreven zullen worden. Zo is het huidige EVA2-platform nog ruimschoots geschikt voor doorontwikkeling. Denk maar aan een ander type batterij met een hogere energiedichtheid. Ook een 800 V-architectuur in plaats van de huidige 400 V is zeker ook een van de mogelijkheden.