De Mini is al enkele decennia een kleine lichte wagen en wordt dan ook vaak vergeleken met een kleine ‘go kart’. Maar wat heeft de vorig jaar voorgestelde Mini Cooper SE nog te maken met de Mini van weleer? Meer dan je denkt!
De Mini Cooper SE (Sport Electric) lijkt nog altijd erg sterk op de Mini die eind de jaren 50 voor het eerste op de weg te zien was. Zo hanteren de huidige designers van moederbedrijf BMW nog altijd dezelfde designtaal als die van de British Motor Corporation 65 jaar geleden. Al zijn er ook heel wat verschillen. Dat kan niet anders na al die jaren. De huidige generatie Mini’s worden ontworpen met de ‘less is more’ gedachte. Zo is bijvoorbeeld de chromen sierlijst die de vorige modellen nog sierde nu verdwenen. Verder zijn ook de achterlichten nu eerder vierkant dan rechthoekig, al is de iconische Union Jack nog steeds aanwezig. Het zou heiligschennis zijn moest die volledig verdwijnen.
Een minimalistisch interieur
Ook binnenin onderging de Mini Cooper een hele metamorfose. Waar de vorige generatie nog heel wat knopjes en schakelaars had, zijn die nu bijna allemaal verdwenen. Dit brengt de Cooper terug wat meer in lijn met de oude Mini van weleer. Dankzij het minimalistische interieur straalt het geheel rust uit. De Britten (of zijn het nu Duitsers of Chinezen) hebben de volledige binnenkant opnieuw ontworpen met duurzame materialen. Het geheel oogt simpel, maar is zeer logisch opgebouwd. Zo heb je nu enkel nog een relatief klein stuur, een groot rond scherm in het midden en tien-tal fysieke knoppen in de middenconsole.
Verder is in deze driedeurs Mini alle ruimte optimaal benut. Dat kan ook niet anders gezien zijn beperkte afmetingen. Toch voelt de Mini Cooper SE niet klein aan. We durven zelfs stellen dat hij verrassend ruim is voor een wagen van dit formaat. Daar zitten de grote zijruiten ook voor iets tussen. Al hebben deze compacte afmetingen ook een keerzijde. Zo is de achterbank zo goed als onbruikbaar. Een gezin van vier test dus beter even op voorhand uit of iedereen wel mee kan. In de koffer kun je 200 liter, of 800 liter met de achterbank plat, kwijt.
Eén groot rond scherm
Alle aandacht gaat uit naar het grote ronde scherm van 9,4” (24 cm) in het midden van het dashboard. Deze gebruik je, net zoals bij Tesla, voor alles. Er zit namelijk geen traditionele tellerpartij meer achter het stuurwiel. Je snelheid in het oog houden doe je dus in je rechterooghoek. Voor wie dat te omslachtig vindt, voorziet Mini ook een klein head-up display. Het systeem werkt responsief en is overzichtelijk. Al liep het wel enkele keren vast bij het overschakelen naar een andere rij-modus. Dat is misschien te wijten het display er in elke rijmodus volledig anders uitziet. Tijdens het rijden kun je de hulp inroepen van Spike, de virtuele assistent van Mini. Hij helpt je navigeren, de temperatuur in te stellen of van radiostation te wisselen. Dit doet hij bovendien ook feilloos in het Nederlands, een taal waar andere automerken soms toch nog moeite mee hebben.
Mario Kart in het echt
Waar de Mini Cooper SE echt in uitblinkt, is het rijden. Zo is er dankzij de diverse rijmodi voor elk wat wils. Maar deze kleine stadswagen komt pas echt tot zijn rechte wanneer je hem in de Go-Kart stand zet. Het speelse chassis en het korte stuurhuis dragen bij aan een sportief rijgevoel dat enkel een Mini kan geven. Je zou bijna gaan denken dat deze wagen achterwielaangedreven is aan het stuurgedrag in de bochten. Het onmiddellijk beschikbare vermogen van 218 pk doet de voorwielen wel al eens doorslippen op een vochtige ondergrond. En dat is misschien ook het enige minpuntje aan deze Cooper. Onmiddellijk veel vermogen op de voorwielen afgeven is nooit een goed idee bij een EV. Al maakt complete pakket en de afstelling dit misschien wel tot één van de leukst sturende wagens binnen dit budget, ongeacht een ICE of EV.
Rijden en laden
Door zijn kleine afmetingen kun je natuurlijk geen grote batterij verwachten. Zo is de Mini Cooper E enkel te koop met een batterij van 40,7 kWh (36,6 kWh bruikbaar). Hiermee moet je volgens de WLTP-norm een afstand van 305 kilometer kunnen afleggen. Bij onze testwagen, de Mini Cooper SE is dat maximaal 402 kilometer met een batterij van 54,2 kWh (49,2 kWh bruikbaar). Tijdens onze testweek haalden we zelf een verbruik van 16,4 kWh en dat bij een sportief rijgedrag. Hierbij noteren een bereik van 300 kilometer. Helaas voor deze elektrische Mini kun je maximaal gaan snelladen bij 95 kWh. De ingenieurs hebben er dus voor gekozen om zich te houden aan de huidige standaard van 10 tot 80 procent in een half uur.
Conclusie
De Mini Cooper SE is een van de leukste elektrische wagens van het moment. Hij ziet er niet alleen goed uit, maar rijdt ook erg fijn. Keer op keer betrappen we onszelf erop dat we na een ritje in de Mini uitstappen met een brede lach op ons gezicht.
De elektrische Mini Cooper E is al op de weg te krijgen voor 30.600 euro. Voor de wat krachtigere Mini Cooper SE betaal je minstens 34.600 euro. Onze testwagen, de Mini Cooper SE in de Classic Trim, komt met enkele opties aangevinkt uit op 44.430 euro. Voor wie echt helemaal los wil gaan in de configurator, is er nog de John Cooper Works variant vanaf 42.950 euro.
|
|