Vorige week ging in Mexico City het negende seizoen van het Formula E kampioenschap van start. Stoffel Vandoorne reed als tiende over de eindmeet en kon zo meteen een eerste punt scoren. Wij blikten met hem terug op die eerste race.
“We hebben een goede wagen ontwikkeld bij DS en dat was ook duidelijk tijdens de vrije training, waar we telkens in de top vijf stonden. Maar tijdens de kwalificaties hadden we moeite om de banden op de juiste temperatuur te krijgen, waardoor we onze performance onvoldoende konden bewijzen. Desondanks heb ik toch één punt kunnen scoren voor het team”, aldus een tevreden Vandoorne.
De wereldkampioen maakt echter nog een bedenking: “De gen3 wagen is volledig anders dan wat we de voorbije seizoenen gewoon waren. We hebben meer power met de wagen, maar veel minder grip. Misschien te weinig. Als team moeten we er nu dus alles aan doen om deze band beter te begrijpen, zodat we volgende week in Saudi-Arabië echt kunnen tonen wat we in onze mars hebben. Want als er één ding verschilt dan bij Mercedes, is dat er hier veel minder meetings en procedures zijn. Bij DS analyseren we de data en kijken we hoe we performance kunnen verbeteren, zonder de Duitse striktheid”.
Tenslotte heeft ook Vandoorne, net zoals andere rijders binnen het kampioenschap, zijn bedenkingen bij de Hankook band. De huidige gen3 wagen zou een stuk sneller moeten zijn dan zijn voorganger, maar daar was in Mexico weinig van te merken. De banden bieden veel te weinig grip om het grotere vermogen van de Formula E wagen de baas te kunnen. “Het is zeker niet de leukste wagen om mee te rijden”, vervolgt Stoffel, “maar het is voor iedereen gelijk. Het enige wat we kunnen doen is er het beste van maken en hopen op een snelle evolutie”.